Bergdorp Kalaw en Inle Lake

Vanuit Bagan een dag met de toeristenbus door prachtige landschappen. Het laatste gedeelte de berg op langs haarspelbochten en uitgestrekte vergezichten. Als enige gasten in het pas geopende chique hotel Dream Mountain Resort. De dag erop een bergwandeling van vijf uur door de bossen van het hoog gelegen Bagan. Helaas worden reuzen van bomen van zeker 100 jaar oud ook hier nog illegaal gekapt. Nou ja, in 10 minuten met een manshoge motorzaag geveld voor houtskool e.d. Beter maar geen foto’s nemen is het zeer dringende advies van de local guide. Na een bezoek aan het olifantenkamp die hier verzorgd worden en een heerlijke local lunch weer terug naar het hotel.

‘s-Morgens vroeg na de lunch op de mountain bike naar het Inle Lake, grotendeels bergaf. Na een bezoek aan het oudste tempelcomplex Indein met zijn 1045 stupas varen we over het Inle meer in een teakhouten prauw. Heerlijk de wind op de kop op het overigens windstille spiegelgladde blauwe meer. Meer dan 10 km. lang en 6,5 km. Breed Een uurtje en we zijn weer op ons laatste nachtverblijf aangeland.

In de twee dagen dat we hier verblijven bezoeken we de vijfdaagse markt met de vele Pa-o verkopers. De Pa-o zijn een bergvolk met een lange historie van rondzwervingen door Birma. In het zwart gekleed en getooid met een geleurde doek op hun hoofd trekken ze vaak uren lang in de nacht al vanuit de bergen te voet naar de markt. Daar verkopen ze hun groenten en ruilen dat weer in tegen de vele vissoorten die hier te koop worden aangeboden. Een bedrijvigheid van jewelste die rond 9.00 uur zijn toppunt bereikt heeft en tegen de middag afloopt, op de toeristen na dan.

Op het meer zijn drijvende eilanden voor de landbouw van bonen, tomaten, groenten e.d. Daarnaast wordt alleen hier de lotusbloem in zulke grote hoeveelheden geteeld dat men er met een arbeidsintensief proces ook nog een soort linnen van maakt op ouderwetse weefgetouwen. We bezoeken sigarenmakerij, zilversmid, suikerrietplantage en de fabricage van suikerriet-melasse, de vlechterij van bamboematten en manden. Een nijver volkje met talloze vormen van handarbeid. En natuurlijk niet te vergeten houtsnijwerk, bronzen beelden, bhudda’s in allerlei mate en soorten en home-made producten voor de toeristen. En dat naast de vele op een been balancerende Intha-vissers en een onafzienbare rij boten met handelswaar over het water.